ECLI:NL:RBSGR:2000:AB0369
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.H. Franke
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de AC-procedure in asielzaken en de beoordeling van de uitreikingstermijn van beschikkingen
In deze zaak, behandeld door de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage op 13 november 2000, staat de vraag centraal of de beschikking van de Staatssecretaris van Justitie conform de Vreemdelingencirculaire (Vc) binnen de gestelde termijn aan de rechtshulpverlener is uitgereikt. De verzoeker, een Srilankaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor toelating als vluchteling, die niet werd ingewilligd. De AC-procedure, die op 27 oktober 2000 om 8.00 uur begon, vereiste dat de beschikking uiterlijk op 29 oktober 2000 om 17.00 uur werd uitgereikt. De rechtbank constateert dat de beschikking op 27 oktober 2000 om 16.55 uur aan de verzoeker is uitgereikt, en dat deze om 17.04 uur ter beschikking is gesteld aan de rechtshulp. De president oordeelt dat de verzoeker niet in zijn belangen is geschaad, aangezien het overleg tussen de rechtshulp en de verzoeker binnen de beschikbare tijd heeft geleid tot het indienen van een rechtsmiddel. De rechtbank wijst het verzoek om voorlopige voorziening af en verklaart het beroep ongegrond, met de overweging dat de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de negatieve aandacht van de Srilankaanse autoriteiten staat. De president concludeert dat er geen grond is voor het oordeel dat de verzoeker een reëel risico loopt bij terugkeer naar Sri Lanka, en dat de vrijheidsontnemende maatregel rechtmatig is opgelegd. De uitspraak is gedaan door mr. B.H. Franke, fungerend president, en is openbaar uitgesproken op 13 november 2000.