ECLI:NL:RBSGR:2000:AB0319
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een vergunning tot verblijf op basis van het driejarenbeleid voor Srilankaanse asielzoeker
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage, zittingsplaats Zwolle, op 18 december 2000 uitspraak gedaan in een beroep van eiser, een Srilankaanse asielzoeker, tegen de beslissing van de Staatssecretaris van Justitie om zijn aanvraag voor een vergunning tot verblijf op grond van het driejarenbeleid niet in te willigen. Eiser had in 1994 aanvragen ingediend voor toelating als vluchteling en een vergunning tot verblijf, maar deze waren niet ingewilligd. De rechtbank had eerder in 1996 en 1998 uitspraken gedaan die de aanvragen van eiser ongegrond verklaarden. Eiser stelde dat er sprake was van relevant tijdsverloop, maar de rechtbank oordeelde dat de periode waarin uitstel van vertrek was verleend ter voorkoming van dubbele procedures niet als relevant tijdsverloop kon worden aangemerkt. De rechtbank overwoog dat de aanvraag van eiser niet voldeed aan de voorwaarden van het driejarenbeleid, omdat er geen drie jaar relevant tijdsverloop was. Eiser had ook betoogd dat de weigering van de vergunning onevenredig was, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder in redelijkheid had kunnen weigeren om eiser een vergunning te verlenen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.