ECLI:NL:RBSGR:2000:AB0212
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- A. Wolfsen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake uitzetting van vreemdeling met gezinsleven
In deze zaak verzocht de vreemdeling, die sinds 1993 in Nederland verblijft, om een voorlopige voorziening om zijn uitzetting te schorsen. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning op basis van de tijdelijke regeling voor witte illegalen, maar deze was door de Staatssecretaris van Justitie afgewezen. De vreemdeling stelde dat zijn uitzetting een inbreuk zou maken op zijn recht op respect voor zijn familie- en gezinsleven, zoals beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De president van de rechtbank oordeelde dat de vreemdeling een zwaarwegend belang had bij het kunnen uitoefenen van zijn gezinsleven, vooral omdat hij bezig was met het verkrijgen van een omgangsregeling met zijn in Nederland wonende zoon. De president kwam tot de conclusie dat het belang van de vreemdeling bij het behoud van zijn gezinsleven opwoog tegen het belang van de Staat bij de onmiddellijke uitzetting. De president wees het verzoek toe en schorste de uitzetting totdat op het bezwaar tegen de afwijzing van de verblijfsvergunning was beslist. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de kosten van de procedure.