ECLI:NL:RBSGR:2000:AB0091
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Blomsma
- J.H.M. Hesseling
- H.C.P. Venema
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Assyrische christen uit Irak en vestigingsalternatief in Noord-Irak
In deze zaak gaat het om de asielaanvraag van eiser, een Assyrische christen uit Irak, die in Nederland bescherming zocht na te zijn gevlucht vanwege zijn lidmaatschap van de Assyrische Democratische Partij (ADP). Eiser heeft in zijn aanvraag gesteld dat hij vreest voor vervolging in Irak vanwege zijn politieke overtuiging en zijn godsdienstige achtergrond. De rechtbank heeft de aanvraag van eiser beoordeeld in het licht van de Vreemdelingenwet en het Vluchtelingenverdrag. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft gesteld dat eiser gemeenschapsbanden heeft met de Assyrische gemeenschap in Noord-Irak, waar hij vandaan komt. Er is een aanzienlijke groep Assyrische christenen die in Noord-Irak verblijft en die in een succesvolle samenleving met de Koerden leeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er spanningen zijn, er onvoldoende aanwijzingen zijn dat de situatie voor Assyrische christenen in Noord-Irak onveilig is. De rechtbank heeft de beslissing van de verweerder vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gehouden, omdat de verweerder pas in het verweerschrift heeft aangegeven dat eiser over banden beschikt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de aanvraag van eiser niet-ontvankelijk is verklaard, omdat hij niet onverwijld heeft gemeld bij de autoriteiten na zijn binnenkomst in Nederland. De rechtbank heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiser.