ECLI:NL:RBSGR:2000:AB0079
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding bij onterecht voortduren van bewaring van vreemdeling
In deze zaak heeft de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 28 december 2000 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de bewaring van een vreemdeling. De vreemdeling, die op 16 november 2000 in bewaring was gesteld, had een aanvraag voor presentatie bij de Sierra Leoonse autoriteiten pas op 13 december 2000 ingediend. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris van Justitie onvoldoende voortvarend had gehandeld, wat leidde tot het recht van de vreemdeling op schadevergoeding. De rechtbank stelde vast dat de vreemdeling recht had op schadevergoeding voor de periode van 30 november 2000 tot 19 december 2000, wat neerkwam op negentien dagen à f. 150,-- per dag, in totaal f. 2.850,--. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en wees het verzoek om schadevergoeding toe. Daarnaast werden de proceskosten van de vreemdeling, vastgesteld op f. 710,-, ook ten laste van de Staat der Nederlanden gebracht. De rechtbank oordeelde dat de maatregelen van staandehouding en ophouding voor verhoor rechtmatig waren toegepast, maar dat de bewaring eerder had moeten worden opgeheven. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, maar er is wel hoger beroep mogelijk voor de vreemdeling en de Officier van Justitie.