ECLI:NL:RBSGR:2000:AB0068
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- H. Ollermann
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublinclaim
In deze zaak heeft de president van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 17 november 2000 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, A, die asiel heeft aangevraagd in Nederland. De zaak betreft de niet-inwilliging van haar asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie, die deze niet-ontvankelijk verklaarde op grond van de Dublin Overeenkomst, omdat België verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van haar aanvraag. Verzoekster heeft aangevoerd dat zij na een kort verblijf in België op 23 maart 2000 is teruggekeerd naar Angola en dat zij, uit angst voor vervolging, op 6 april 2000 naar Nederland is gereisd. De president heeft vastgesteld dat verweerder het beroep van verzoekster op haar vertrek uit België en het verlaten van het Dublin-gebied heeft beoordeeld aan de hand van artikel 10 van de Dublin Overeenkomst. De president oordeelt dat verweerder niet voldoende heeft onderzocht of de claim bij België in dit geval terecht was en dat de inhoud van de asielaanvraag van verzoekster niet op een deugdelijke wijze is behandeld. De president concludeert dat het bestreden besluit tekortkomingen vertoont en dat verzoekster niet mag worden uitgezet tot vier weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, die zijn vastgesteld op f 1420,-.