ECLI:NL:RBSGR:2000:AB0052
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van buitengewoon verlof aan een militair in verband met dienstbelang en werkachterstand
In deze zaak heeft de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 21 maart 2000 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een militair van de Koninklijke Luchtmacht, en de Commandant Korps Luchtmachtstaven. Eiser had op 2 april 1999 buitengewoon verlof aangevraagd om een vergadering van zijn ambtenarenorganisatie bij te wonen, maar deze aanvraag werd door verweerder afgewezen. Eiser had wel vakantieverlof op dezelfde datum gekregen. Na een hoorzitting op 5 juli 1999, waarin het Adviesorgaan Bestuursrechtelijke Geschillen adviseerde om het bezwaar van eiser ongegrond te verklaren, werd dit advies opgevolgd door verweerder. Eiser ging hiertegen in beroep bij de rechtbank.
De rechtbank overwoog dat buitengewoon verlof alleen kan worden verleend als de belangen van de dienst zich daar niet tegen verzetten. De rechtbank concludeerde dat de werkachterstand bij de werkzaamheden van eiser een dienstbelang vormde dat zich verzette tegen het verlenen van buitengewoon verlof. De rechtbank oordeelde dat verweerder de Regeling niet onjuist had toegepast en dat de afweging tussen het dienstbelang en het persoonlijke belang van eiser redelijk was. De rechtbank vond het niet onjuist dat verweerder het dienstbelang boven het verzoek om buitengewoon verlof had laten prevaleren.
De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit in rechte stand kon houden en verklaarde het beroep van eiser ongegrond. Er waren geen omstandigheden die aanleiding gaven om een van de partijen in de proceskosten te veroordelen. Tegen deze uitspraak staat voor partijen binnen zes weken hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep, behoudens de bepalingen in de Awb.