ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9784
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.P. Smit
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortvarendheid bij vreemdelingenbewaring na strafrechtelijke detentie
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 12 september 2000 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit tot bewaring van een vreemdeling, A, van Algerijnse nationaliteit. Eiser was eerder vijf maanden strafrechtelijk gedetineerd geweest en werd na zijn detentie in vreemdelingenbewaring gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen voorbereidingen zijn getroffen voor de uitzetting van eiser tijdens zijn strafrechtelijke detentie, wat de vraag oproept of de bewaring gerechtvaardigd is. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld in de voorbereiding van zijn uitzetting, vooral gezien het feit dat hij een maatregel tot ongewenstverklaring had gekregen en dat hij zijn ware identiteit had opgegeven. Verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, heeft echter betoogd dat er zicht op uitzetting is en dat de maatregel tot bewaring gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft geoordeeld dat, hoewel verweerder in het verleden niet heeft gehandeld, dit niet betekent dat de huidige bewaring onterecht is. De rechtbank concludeert dat de toepassing van de vrijheidsontnemende maatregel niet in strijd is met de wet en dat het beroep van eiser ongegrond is verklaard. Eiser kan hoger beroep instellen tegen deze uitspraak, met betrekking tot de schadevergoeding.