ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9743

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
6 september 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
AWB 00/60628
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewaring van vreemdeling en rechtsbijstand tijdens verhoor

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 6 september 2000 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, eiseres A, van Surinaamse nationaliteit. Eiseres was op 11 augustus 2000 in bewaring gesteld op grond van artikel 26, eerste lid, aanhef en onder a van de Vreemdelingenwet (Vw). De rechtbank diende te beoordelen of de bewaring rechtmatig was en of eiseres recht had op rechtsbijstand tijdens haar verhoor. Eiseres had aangevoerd dat zij ten onrechte geen advocaat had kunnen spreken tijdens het verhoor, omdat de piketcentrale op het moment van haar inbewaringstelling gesloten was. De rechtbank oordeelde dat de informatie van verweerder, dat de piketcentrale gesloten was, geloofwaardig was en dat de piketcentrale niet eerder dan de volgende dag een advocaat kon inschakelen. De rechtbank concludeerde dat er geen schending was van artikel 82 van het Vreemdelingenbesluit (Vb), dat de toegang tot rechtsbijstand waarborgt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage
zittinghoudende te Amsterdam
Sector Bestuursrecht
enkelvoudige kamer
UITSPRAAK
op grond van artikel 8:70 Algemene wet bestuursrecht (Awb) j° artikel 34a Vreemdelingenwet (Vw)
reg.nr.: AWB 00/60628 VRWET
inzake: A, van (gestelde) Surinaamse nationaliteit, zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande, eiseres,
tegen: de Staatssecretaris van Justitie, verweerder.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Bij bevel tot bewaring van 11 augustus 2000 is eiseres op grond van artikel 26, eerste lid, aanhef en onder a van de Vw in bewaring gesteld.
Verweerder heeft op dezelfde datum schriftelijk een last tot uitzetting van eiseres gegeven.
Bij beroepschrift van 14 augustus 2000 heeft eiseres beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder tot bewaring. Daarbij is opheffing van de maatregel tot bewaring gevorderd alsmede toekenning van schadevergoeding en
veroordeling van verweerder in de proceskosten.
Op 18 augustus 2000 heeft verweerder de vrijheidsontnemende maatregel opgeheven.
Het beroep is behandeld ter openbare zitting van 23 augustus 2000.
Eiseres is aldaar vertegenwoordigd door mr. J. van Appia, advocaat te Amsterdam. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door gemachtigde A.P. Stipdonk, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst van verweerders
ministerie.
Verweerder heeft - desgevraagd - bij brief van 28 augustus 2000 nadere informatie verstrekt. Hierop heeft eiseres bij brief van dezelfde datum gereageerd.
II. OVERWEGINGEN
Eiseres heeft - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd. Eiseres is op 11 augustus 2000 om 17.14 uur in bewaring gesteld. Op verzoek van eiseres is contact opgenomen met de advocaat die haar tijdens het strafvorderlijk
onderzoek had bijgestaan, echter deze gaf te kennen eiseres niet te willen bijstaan tijdens het vreemdelingrechtelijk onderzoek. Eiseres heeft derhalve om bijstand door een
vreemdelingenadvocaat verzocht. Verweerder heeft echter ten onrechte nagelaten in haar melding aan de piketcentrale uitdrukkelijk mee te delen dat 'betrokkene een /zijn eigen advocaat wenst te spreken'.
Immers, de door verweerder toegevoegde zinsneden 'Betrokkene is gewezen op de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden. Zij heeft te kennen gegeven hier gebruik van te willen maken.' duidt er slechts op dat eiseres beroep wenst in
te stellen. Door deze foutieve melding van verweerder heeft de piketcentrale niet terstond contact opgenomen met een advocaat, maar is dit eerst de volgende dag om 11.54 uur gebeurd.
Eiseres is door voornoemde handelwijze dan ook ten onrechte verstoken geweest van bijstand door een advocaat tijdens het verhoor op grond van artikel 26 Vw jo artikel 82 Vb.
Bij brief van 28 augustus 2000 heeft de gemachtigde van eiseres meegedeeld dat hij geen aanleiding ziet om te reageren op de door verweerder bij brief van 28 augustus 2000 verstrekte informatie met betrekking tot de werkwijze van de
piketcentrale.
Verweerder heeft het volgende - zakelijk weergegeven - aangevoerd. De
bewaring is formeel en materieel tot de opheffing ervan rechtmatig geweest. Na de inbewaringstelling heeft verweerder drie uur gewacht met het horen van eiseres, teneinde haar tijdens het verhoor de doen bijstaan door een advocaat.
De omstandigheid dat de piketcentrale eerst de volgende dag om 11.54 uur, derhalve nadat het verhoor in verband met artikel 26 Vw jo artikel 82 Vb had plaatsgevonden, contact heeft opgenomen met de huidige gemachtigde van eiseres,
dient niet voor risico van verweerder te komen.
Bij brief van 28 augustus 2000 heeft verweerder - desgevraagd - het volgende omtrent de werkwijze van de piketcentrale meegedeeld:
De piketcentrale is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 9.00 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 17.00 uur. Er is tussen 8.30 uur en 17.00 uur altijd iemand aanwezig. In weekeinden en op feestdagen is de centrale geopend en
bereikbaar tussen 11.00 uur en 16.00 uur.
Desgevraagd is er (nog) geen officieel reglement vastgesteld voor het vreemdelingrechtelijk piket, dit in tegenstelling tot het straf- en psychiatrisch piket. Wel zijn er met de aangesloten advocaten afspraken gemaakt waarvan de
belangrijkste zijn:
- de advocaat dient te zijn ingeschreven bij de centrale;- de advocaat dient af en toe cursussen te volgen;
- de advocaat dient - als hij dienst heeft - gedurende de openingstijden van de centrale telefonisch bereikbaar te zijn op kantoor, privé en/of op een mobiel nummer.
Zodra een vreemdeling in bewaring wordt gesteld op een tijdstip dat de centrale gesloten is, wordt de dienstdoende advocaat niet eerder dan de volgende dag ingelicht, telefonisch dan wel per fax. Overigens maakt het niet uit wat de
vreemdelingendienst onderaan de piketfax vermeldt - 'betrokkene is gewezen op de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden, wenst daar wel/geen gebruik van te maken, dan wel 'betrokkene wenst een/zijn eigen advocaat te spreken ' -
in alle gevallen wordt bij een gesloten centrale eerst later een advocaat ingelicht. Het is dus niet zo dat als een vreemdeling expliciet een/zijn advocaat wenst te spreken dit leidt tot een versnelde inschakeling van de advocaat
buiten de openingstijden van de centrale.
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank stelt vast dat de bewaring na de indiening van het beroep is opgeheven. Thans moet worden beoordeeld of er gronden zijn om schadevergoeding toe te kennen.
Eiseres is op vrijdag 11 augustus 2000 om 17.14 uur in bewaring gesteld.
Krachtens artikel 82, vierde lid, Vb dient aan een vreemdeling mededeling worden gedaan van de hem toekomende bevoegdheid zich bij het gehoor door een advocaat te doen bijstaan. In deze bepaling ligt besloten - en in hoofdstuk A7
onder 3.4.2 van de Vreemdelingencirculaire wordt dit ook uitdrukkelijk bepaald - dat de raadsman van de vreemdeling in de gelegenheid wordt gesteld bij het verhoor aanwezig te zijn. Deze waarborg van daadwerkelijke toegang tot
rechtsbijstand is zo essentieel dat niet-naleving van de gestelde norm in beginsel de opgelegde vreemdelingenbewaring onrechtmatig maakt.
Naar het oordeel van de rechtbank is het bepaalde in artikel 82 Vb in dit geval niet geschonden. Op grond van de door verweerder verstrekte informatie blijkt dat de piketcentrale ten tijde van de
inbewaringstelling van eiseres gesloten was, zodat een advocaat op zijn vroegst op zaterdag 12 augustus 2000 om 11.00 uur ingelicht zou kunnen worden, ongeacht hetgeen op het faxbericht aan de piketcentrale staat vermeld. De
rechtbank ziet geen aanleiding om aan de door verweerder verstrekte informatie te twijfelen. De omstandigheid dat de piketcentrale ten tijde van het verhoor gesloten was, dient niet voor risico van verweerder te komen, nu de wijze
waarop de piketcentrale haar werkzaamheden heeft ingericht is gebaseerd op afspraken tussen deze centrale en de piketadvocaten en er in dat verband vanuit moet worden gegaan dat de belangen van de te vertegenwoordigen vreemdeling
hierbij
een van de uitgangspunten heeft gevormd.
Uit het vorenstaande volgt dat de toepassing van de vrijheidsontnemende maatregel en de voortduring daarvan tot de opheffing niet onrechtmatig zijn geweest, zodat de rechtbank geen aanleiding ziet gebruik te maken van de bevoegdheid
om schadevergoeding toe te kennen als genoemd in artikel 34j Vw.
Gelet op het vorengaande ziet de rechtbank evenmin aanleiding tot veroordeling van een der partijen in de proceskosten van de andere partij.
III. BESLISSING:
De rechtbank
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Radder, rechter, en door deze in het openbaar uitgesproken op 6 september 2000, in tegenwoordigheid van mr. drs. E.J.W. Verhaagh, griffier.
afschrift verzonden op: 25 september 2000
Conc.:EV
Coll:
Bp:
D:B
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, voorzover het betreft het al dan niet toekennen van schadevergoeding of de hoogte daarvan. De Officier van Justitie kan binnen veertien dagen na de
uitspraak, en de vreemdeling binnen een maand na de betekening van de uitspraak hoger beroep instellen door het afleggen van een daartoe strekkende verklaring bij de griffie van deze rechtbank.