ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9738
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering voorwaardelijke vergunning tot verblijf op basis van openbare orde contra-indicaties
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 1 november 2000 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres, een Afghaanse vrouw, tegen de weigering van de Staatssecretaris van Justitie om haar een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (vvtv) te verlenen. Eiseres had in 1997 aanvragen ingediend voor toelating als vluchteling en een vergunning tot verblijf, die door de Staatssecretaris waren afgewezen op basis van haar eerdere aanvaarding van een transactieaanbod in verband met een winkeldiefstal. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris zich niet in redelijkheid op het standpunt kon stellen dat eiseres niet in aanmerking kwam voor een vvtv, gezien de geringe ernst van de contra-indicatie en het feit dat eiseres sinds de strafbare feiten geen inbreuk op de openbare orde had gemaakt. De rechtbank benadrukte dat de belangen van eiseres en haar minderjarige kinderen zwaarder wogen dan het algemeen belang bij handhaving van de openbare orde. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de eerdere beschikking van de Staatssecretaris en droeg deze op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiseres.