ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9730
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Wolfsen
- Rechtspraak.nl
Weigering van een verblijfsvergunning op basis van een langdurige gevangenisstraf
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 17 mei 2000 uitspraak gedaan in een beroep tegen de weigering van een verblijfsvergunning voor eiser, een Surinaamse nationaliteit houder. Eiser had op 23 oktober 1998 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning bij de korpschef van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland, welke op 9 februari 1999 werd afgewezen. Eiser maakte bezwaar, maar dit werd op 30 augustus 1999 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft eiser op 14 september 1999 beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld en op 19 april 2000 vond de zitting plaats. Eiser werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. C. Dekker, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. M.J. van den Bosch van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 20 mei 1997 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden wegens het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De kern van de zaak was of deze gevangenisstraf als 'langdurig' moest worden aangemerkt in de zin van de Vreemdelingenwet. De rechtbank oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden inderdaad als langdurig kon worden beschouwd, en dat het tegen de ratio van het beleid zou indruisen om te stellen dat deze veroordeling niet voldoende grond opleverde voor de weigering van een verblijfsvergunning, terwijl het wel voldoende grond was voor een ongewenstverklaring.
De rechtbank concludeerde dat verweerder op goede gronden had geoordeeld dat de belangen van de Nederlandse Staat zwaarder wogen dan die van eiser. De rechtbank oordeelde dat er geen klemmende redenen van humanitaire aard waren die de toelating van eiser tot Nederland rechtvaardigden. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en de rechtbank bevestigde de beslissing van verweerder om de verblijfsvergunning te weigeren.