2. Eiseres stelt zich op het standpunt dat zij in aanmerking komt voor toelating als vluchteling dan wel voor verlening van een vergunning tot verblijf op grond van klemmende redenen van humanitaire aard. Daartoe heeft zij -
zakelijk weergegeven - het volgende verklaard. Eiseres woonde na haar huwelijk met een Irakees ruim dertig jaar in Irak. De vijf zoons van haar overleden man, haar stiefkinderen, hebben Irak in 1993 en 1996 verlaten. Vanwege de
vlucht van haar stiefzoons heeft eiseres problemen ondervonden van de Mukhabarat. Ook toen de zoons nog in Irak woonden kwamen de autoriteiten geregeld aan de deur om te vragen naar hun politieke activiteiten. Eiseres is in de
laatste twee maanden voor haar vertrek naar Syrië een keer naar een gevangenis gebracht en twee keer meegenomen naar een kantoor waarna ze zelf moest zien thuis te komen. Twee maanden voor haar vertrek naar Nederland is ze vanuit
Irak naar Syrië gegaan op de haar bekende reguliere wijze. Bij de grens is haar Iraakse verblijfsvergunning ingenomen. De tijd in Syrië bracht zij door in het huis van haar zus en zwager waar nog een zuster en haar echtgenoot wonen.
De families leven van liefdadigheid en een enkel klusje. In Syrië is eiseres via een tussenpersoon in het bezit gesteld van een op haar naam gesteld Syrisch paspoort. In Syrië heeft zij problemen ondervonden van de Syrische
autoriteiten. Men bleef haar vragen stellen over de reden van haar vertrek uit Irak naar Syrië. In deze maanden zijn de autoriteiten drie tot vijf keer bij haar geweest en is ze drie keer aangehouden. Dit duidt erop dat ze in de
negatieve belangstelling staat van deze autoriteiten. Ook zijn de regelmatige aanhoudingen en ondervragingen te kwalificeren als een behandeling in de zin van artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de
mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Er is geen reden te veronderstellen dat die behandelingen niet meer plaatsvinden als ze moet terugkeren. Eiseres heeft verklaard dat zij niet terug kan naar Irak omdat zij daar geen familie
heeft en ook niet terug kan naar haar familie in Syrië. Haar familieleden zijn arm, oud en hulpbehoevend. Zij is naar Nederland gevlucht omdat haar stiefzoons hier wonen en zij bij hen wil zijn. Bovendien laat haar
gezondheidstoestand te wensen over, hetgeen ook blijkt uit de overgelegde medische informatie. Het feit dat verweerder eiseres voor een aanvraag met een regulier verblijfsdoel verwijst naar de korpschef is niet in overeenstemming
met de Leemtewet. Uit de beslissing op de aanvraag blijkt niet dat verweerder ambtshalve heeft getoetst of klemmende redenen van humanitaire aard tot toelating nopen.