ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9470
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- A.A.F. Donders
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening en beroep tegen vrijheidsontneming van Syrische asielzoeker
In deze zaak verzocht een Syrische asielzoeker om een voorlopige voorziening in het kader van zijn beroep tegen de beschikking van de Staatssecretaris van Justitie, die zijn aanvraag om toelating als vluchteling had afgewezen. De president van de rechtbank te 's-Gravenhage, A.A.F. Donders, oordeelde dat de verzoeker, als gevolg van de inbeslagname van zijn paspoort en het verlies van zijn identiteitsbewijs, niet het risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) bij een gedwongen terugkeer naar Syrië. De president stelde vast dat verzoeker niet verschilde van andere uitgeprocedeerde Syrische asielzoekers die bij vertrek uit Syrië in het bezit waren van identiteitsdocumenten, maar deze na aankomst in Nederland niet meer hadden. De president concludeerde dat de omstandigheid dat verzoeker een vervalst visum had gebruikt en een asielaanvraag had ingediend, niet leidde tot een ander oordeel. De president wees het verzoek om voorlopige voorziening af en verklaarde het beroep ongegrond, evenals het beroep tegen de vrijheidsontnemende maatregel. De uitspraak werd gedaan op 19 oktober 2000, waarbij de president oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de belangen van verzoeker zwaarder deden wegen dan die van de verweerder.