ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9337
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hersteltermijn en mvv-vereiste in vreemdelingenrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 4 juli 2000 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de aanvraag van eiseres, een Somalische vrouw, om een vergunning tot verblijf. Eiseres had op 8 juni 1999 een aanvraag ingediend, maar deze was door verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, buiten behandeling gesteld wegens het ontbreken van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Eiseres had een beroep gedaan op de vrijstellingscategorie van artikel 16a, derde lid, onder d, van de Vreemdelingenwet (Vw), maar haar beroep was onvoldoende onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat de geboden hersteltermijn van slechts een uur niet redelijk was, gezien de omstandigheden van de zaak. De rechtbank stelde vast dat eiseres niet de gelegenheid had gekregen om haar aanvraag adequaat te onderbouwen met medische gegevens, wat in strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en verklaarde het beroep gegrond, waardoor eiseres alsnog in aanmerking kwam voor een vergunning tot verblijf. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op Fl. 1.420,- werden begroot.