ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9315
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van een vestigingsvergunning en de vraag naar het hoofdverblijf van de eiser in Nederland
In deze zaak gaat het om de intrekking van de vestigingsvergunning van eiser, die sinds 1968 in Nederland verblijft. De Staatssecretaris van Justitie heeft de vergunning ingetrokken op basis van het argument dat eiser zijn hoofdverblijf naar Marokko heeft verplaatst. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de intrekking van de vergunning niet lichtvaardig dient te worden toegepast, vooral gezien het langdurige verblijf van eiser in Nederland. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de uitschrijving van eiser uit het Register van de Gemeente Amsterdam onderzocht. Verweerder baseerde zijn besluit voornamelijk op een uittreksel uit het Register, waaruit zou blijken dat eiser op 1 augustus 1986 naar Marokko is vertrokken. Echter, tijdens de zitting is gebleken dat deze vermelding niet noodzakelijkerwijs betekent dat eiser zelf heeft aangegeven te vertrekken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is dat eiser daadwerkelijk zijn hoofdverblijf buiten Nederland heeft gevestigd. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser.