ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9282
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. van Paridon
- M. Kruijt
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijf zonder beperkingen
In deze zaak heeft de president van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 25 oktober 2000 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een vreemdelingenzaak. Verzoeker, een Turkse nationaliteit, had op 23 november 1999 een aanvraag ingediend voor een vergunning tot verblijf zonder beperkingen op basis van de Tijdelijke regeling witte illegalen. Deze aanvraag werd op 1 mei 2000 door de Staatssecretaris van Justitie afgewezen, waarna verzoeker bezwaar aantekende. De president heeft op 12 mei 2000 een verzoek ontvangen om de uitzetting van verzoeker op te schorten totdat op het bezwaar was beslist.
Tijdens de openbare behandeling op 11 oktober 2000 heeft verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Hij betoogde dat hij voldeed aan de voorwaarden voor de vergunning en dat verweerder ten onrechte geen waarde hechtte aan de door hem overgelegde bewijsstukken, waaronder een verklaring van zijn tandarts en verklaringen van derden. Verweerder stelde daarentegen dat verzoeker niet had aangetoond dat hij sinds 1 januari 1992 ononderbroken in Nederland verbleef, en dat de bewijsstukken die hij had overgelegd niet voldoende objectief en verifieerbaar waren.
De president overwoog dat de bewijslast bij verzoeker lag en dat de inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) als het meest harde bewijs werd beschouwd. Echter, de president concludeerde dat verzoeker, gezien de overgelegde stukken en de verklaring van zijn huisbaas, niet bij voorbaat kansloos was in zijn bezwaar. De president oordeelde dat verweerder niet in redelijkheid had kunnen besluiten om de uitzetting van verzoeker niet achterwege te laten totdat op het bezwaar was beslist. Daarom werd het verzoek toegewezen en werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker.