ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9254
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van asielaanvraag door Faily-Koerd uit Irak
In deze zaak heeft de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 23 november 2000 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Iraakse vrouw, eiseres, die in Nederland een aanvraag had ingediend voor toelating als vluchteling. Eiseres, die zich sinds 16 februari 1998 in Nederland bevond, had op 17 februari 1998 een verzoek ingediend om asiel en een vergunning tot verblijf op basis van humanitaire redenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor vluchtelingenstatus, omdat haar asielrelaas ongeloofwaardig werd geacht. Dit oordeel was gebaseerd op verschillende tegenstrijdige verklaringen die eiseres had afgelegd over haar identiteit en de omstandigheden waaronder zij naar Nederland was gekomen.
De rechtbank heeft verder overwogen dat er geen klemmende redenen van humanitaire aard zijn die een vergunning tot verblijf rechtvaardigen. Eiseres kan zich vestigen in Noord-Irak, waar zij voldoende banden heeft om een menswaardig bestaan op te bouwen. De rechtbank heeft de weigering van de Staatssecretaris van Justitie om eiseres als vluchteling toe te laten, terecht geacht. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep van eiseres ongegrond is en dat er geen feiten of omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen. De uitspraak is gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en de Vreemdelingenwet, waarbij de rechtbank zich heeft gebaseerd op relevante artikelen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).