ECLI:NL:RBSGR:2000:AA8883
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. de Vries
- A. van Wesenbeeck
- J. Brunner
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor verdachte op telastlegging 1; bewezenverklaring van beïnvloeding van getuigen bij dagvaarding 2, 3, 4 en 5
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 5 december 2000, is de verdachte, geboren op 25 september 1969 in Marokko, aangeklaagd voor meerdere feiten, waaronder beïnvloeding van getuigen. De verdachte was op dat moment gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Middelburg. Het onderzoek vond plaats tijdens zittingen op 12 september, 26 september en 21 november 2000. De verdediging voerde aan dat de dagvaarding voor het eerste feit niet voldoende feitelijk was, omdat de organisatie niet nader was omschreven. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding onder 1 niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en sprak de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank achtte echter de feiten onder 2, 3, 4 en 5 wel bewezen. De verdachte had geprobeerd getuigen te beïnvloeden door hen onder druk te zetten om eerdere belastende verklaringen in te trekken. Dit gebeurde in een context waarin de betrokken meisjes zich bedreigd voelden door de familie van de verdachte. De rechtbank benadrukte het belang van vrij afgelegde verklaringen voor de waarheidsvinding en de noodzaak om degenen die deze vrijheid beïnvloeden te straffen.
De rechtbank besloot tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank verklaarde dat de verdachte strafbaar was, aangezien er geen strafuitsluitingsgronden van toepassing waren. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig tijdens de openbare zitting.