ECLI:NL:RBSGR:2000:AA8066
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- F. Salomon
- Y.M.J. Lemmens
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot uitzetting van Iraakse verzoeker
In deze zaak verzoekt de Iraakse verzoeker, die sinds 21 april 1997 in Nederland verblijft, om schorsing van de uitzettingsbeslissing van de Staatssecretaris van Justitie. De verzoeker had op 16 maart 1999 een aanvraag ingediend voor verlenging van zijn voorwaardelijke vergunning tot verblijf (vvtv), welke op 19 november 1999 werd afgewezen. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en verzoekt de president van de rechtbank om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet uit Nederland verwijderd kan worden totdat op zijn bezwaar is beslist. De president van de rechtbank heeft op 17 augustus 2000 de zaak behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.R. van der Linde, en de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. F.L. Bolkestein.
De president overweegt dat de beslissing om de vvtv niet te verlengen onrechtmatig kan zijn indien het bezwaar van de verzoeker een redelijke kans van slagen heeft. De verzoeker stelt dat de afwijzing van zijn aanvraag niet zorgvuldig is behandeld, en dat er onvoldoende rekening is gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder zijn langdurig verblijf in Nederland, zijn studie en zijn psychische gezondheid. De president concludeert dat de verweerder in zijn besluit tot intrekking van de vvtv de persoonlijke vestigingsmogelijkheden van de verzoeker in Noord-Irak niet heeft beoordeeld, wat in strijd is met de geldende jurisprudentie.
De president beslist dat het bezwaar van de verzoeker een redelijke kans van slagen heeft en dat de uitzettingsbeslissing niet in stand kan blijven totdat er een beslissing op het bezwaar is genomen. De president wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe en verbiedt de verweerder om de verzoeker uit Nederland te verwijderen zolang er nog geen beslissing op het bezwaar is genomen. Tevens wordt de verweerder veroordeeld in de kosten van de procedure.