ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7600
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F. Salomon
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een aanvraag om een vergunning tot verblijf en de toepassing van het mvv-vereiste
In deze zaak gaat het om de aanvraag van eiseres, een Poolse nationaliteit, voor een vergunning tot verblijf in Nederland. Eiseres verblijft sinds 1 november 1990 in Nederland en heeft op 16 juli 1999 een aanvraag ingediend bij de korpschef van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland. Deze aanvraag, gericht op verblijf bij haar partner en het werken tijdens dat verblijf, werd op 24 augustus 1999 door verweerder buiten behandeling gesteld. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar dit bezwaar werd op 21 december 1999 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiseres op 14 januari 2000 beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld en op 29 juni 2000 een zitting gehouden. Eiseres was aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, terwijl verweerder vertegenwoordigd werd door een ambtenaar van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Eiseres betoogde dat haar aanvraag ten onrechte buiten behandeling was gesteld en dat zij in aanmerking kwam voor vrijstelling van het mvv-vereiste, omdat het haar zou treffen gezien haar langdurig verblijf in Nederland en haar relatie met een Nederlander.
Verweerder stelde echter dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling van het mvv-vereiste, aangezien zij niet beschikte over een geldige mvv en niet tot de vrijgestelde categorieën behoorde. De rechtbank oordeelde dat de handhaving van het mvv-vereiste niet in strijd was met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en dat verweerder niet verplicht was om een ontheffing te verlenen. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag terecht buiten behandeling was gesteld en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan op 13 juli 2000.