ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7597
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- A. Wolfsen
- Rechtspraak.nl
Verlening van een terugkeervisum aan een Egyptische nationaliteit met betrekking tot familiegebeurtenis
In deze zaak verzocht de Egyptische verzoeker, geboren in 1968, de rechtbank om een voorlopige voorziening voor de verlening van een terugkeervisum. De aanvraag voor het visum was op 6 juni 2000 door de verweerder, de Minister van Buitenlandse Zaken, afgewezen. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, met als argument dat hij het huwelijk van zijn zuster op 19 juni 2000 in Egypte wilde bijwonen, wat hij als een dringende reden beschouwde. De rechtbank heeft op 14 juni 2000 een zitting gehouden, waarbij de verzoeker werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. A.A. Baldewsing, en de verweerder door mr. E. Brakke van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
De president van de rechtbank oordeelde dat het bezwaar van de verzoeker een redelijke kans van slagen had en dat er voldoende spoedeisend belang was. De president baseerde zijn oordeel op het feit dat de verweerder niet voor 19 juni 2000 zou beslissen op het bezwaar en dat de verzoeker groot belang hechtte aan het bijwonen van het huwelijk van zijn zuster. De president stelde dat het bijwonen van een huwelijk, net als een overlijden, een belangrijke gebeurtenis in de familie is en dat de verweerder dit niet voldoende had gemotiveerd in zijn afwijzing.
De rechtbank besloot het verzoek toe te wijzen en de verweerder te veroordelen in de proceskosten, die werden begroot op f 1.420,--. Tevens werd bepaald dat de Staat der Nederlanden het griffierecht van f 225,-- aan de verzoeker diende te vergoeden. De uitspraak werd gedaan op 15 juni 2000 door mr. A. Wolfsen, fungerend president, in aanwezigheid van de griffier mr. drs. E.J.W. Verhaagh.