ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7594
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buiten behandelingstelling aanvraag verblijfsvergunning
In deze zaak gaat het om een beroep van eiseres, een Marokkaanse vrouw, tegen de beslissing van de Staatssecretaris van Justitie om haar aanvraag voor verlenging van de verblijfsvergunning buiten behandeling te stellen. Eiseres verblijft sinds 30 november 1997 in Nederland en heeft op 27 januari 1999 een aanvraag ingediend om haar verblijfsvergunning te verlengen, met als doel verblijf bij haar echtgenoot. De aanvraag werd echter buiten behandeling gesteld omdat eiseres niet tijdig had voldaan aan de vereisten, waaronder het overleggen van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft zij beroep ingesteld bij de rechtbank, die de zaak versneld heeft behandeld.
Tijdens de zitting op 23 mei 2000 heeft de rechtbank de feiten en omstandigheden van de zaak besproken. Eiseres stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat zij niet op de hoogte was van de rappel-brief die naar haar oude adres was gestuurd. De rechtbank oordeelde echter dat het de verantwoordelijkheid van eiseres was om haar adreswijziging door te geven aan de autoriteiten. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag van eiseres als een aanvraag om eerste toelating moest worden beschouwd, wat betekende dat haar recht op verblijf in Nederland niet meer geldig was.
De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen sprake was van een schending van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op respect voor het familie- en gezinsleven waarborgt. De rechtbank oordeelde dat de beslissing van de Staatssecretaris om de aanvraag buiten behandeling te stellen niet in strijd was met dit artikel, omdat er geen sprake was van een weigering van verblijf.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres gegrond verklaard, de beslissing van de Staatssecretaris vernietigd en bepaald dat er een nieuw besluit moest worden genomen met inachtneming van de uitspraak. Eiseres werd ook in de proceskosten vergoed.