ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7586
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.W. Rang
- J.P. Smit
- F. Salomon
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het bestreden besluit inzake de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van een Syrische vluchteling
In deze zaak gaat het om de vernietiging van een besluit van de Staatssecretaris van Justitie, waarbij het bezwaar van eiser, een Syrische vluchteling, niet-ontvankelijk werd verklaard. Eiser had op 9 oktober 1997 aanvragen ingediend voor toelating als vluchteling en voor een vergunning tot verblijf op humanitaire gronden. Het besluit van 28 april 1998, waarin deze aanvragen werden afgewezen, werd op dezelfde dag aan de gemachtigde van eiser verzonden en op 14 mei 1998 aan eiser zelf uitgereikt. Eiser maakte op 4 juni 1998 bezwaar tegen dit besluit, maar het bezwaar werd bij besluit van 5 maart 1999 ongegrond verklaard.
Eiser heeft op 16 maart 1999 beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van zijn bezwaar. De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld en op 6 juni 2000 vond de zitting plaats. Eiser was vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. J.P.H. Thissen, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door mr. S. van Dijk van het Ministerie van Justitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van bezwaar was overschreden, omdat het bezwaar pas op 4 juni 1998 was ingediend, terwijl de termijn op 26 mei 1998 was geëindigd.
Eiser stelde dat hij er vanuit mocht gaan dat de bezwaartermijn begon te lopen op de datum van uitreiking van het besluit aan hem persoonlijk, maar de rechtbank oordeelde dat de gemachtigde van eiser op de hoogte moest zijn van de relevante jurisprudentie die de aanvang van de bezwaartermijn regelt. De rechtbank concludeerde dat de overschrijding van de termijn niet verschoonbaar was en dat het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard diende te worden. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en verklaarde het beroep gegrond, waarbij de Staat der Nederlanden werd aangewezen als rechtspersoon voor de vergoeding van het griffierecht.