ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7459
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.H. Franke
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de vergunning tot verblijf van een vreemdeling en de gevolgen van termijnoverschrijding
In deze zaak gaat het om de verlenging van de vergunning tot verblijf van eiseres, een Surinaamse vrouw, die sinds 1995 in Nederland verblijft. Eiseres had een vergunning tot verblijf die laatstelijk was verlengd tot 1 juni 1997. Op 16 april 1998 verzocht zij om verlenging van deze vergunning, maar haar aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie op 24 februari 1999 afgewezen. De rechtbank te 's-Gravenhage diende te oordelen over de gegrondheid van het beroep van eiseres tegen deze afwijzing.
De rechtbank constateert dat eiseres haar aanvraag om verlenging te laat heeft ingediend, aangezien dit niet binnen de vereiste termijn van zes maanden na het verstrijken van de vergunning is gebeurd. Eiseres stelde echter dat deze termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat zij zich tijdig had gemeld bij de Vreemdelingendienst na het verlies van haar paspoort en verblijfsdocument. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag niet tijdig was en dat de termijnoverschrijding mede door toedoen van verweerder is ontstaan.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de gezinsband tussen eiseres en haar moeder, die als referente fungeert, niet verbroken is, ondanks de geboorte van eiseresses dochter. De rechtbank wijst erop dat eiseres na de geboorte van haar kind bij haar moeder is blijven wonen, en dat het beleid van de Vreemdelingencirculaire niet zonder meer kan worden toegepast in deze situatie. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de bestreden beschikking en verplicht verweerder om binnen veertien weken een nieuw besluit te nemen. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres.