ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7353
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking van de Staatssecretaris van Justitie inzake asielaanvraag en vrijheidsontneming
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 30 augustus 2000 uitspraak gedaan in een geschil tussen A, een Somalische vreemdeling, en de Staatssecretaris van Justitie. A had op 11 april 2000 Nederland binnen willen komen, maar kreeg de toegang geweigerd en werd onderworpen aan een vrijheidsontnemende maatregel. Op 12 april 2000 diende hij een asielaanvraag in, maar de Staatssecretaris maakte bekend dat hij A op basis van de Dublin Overeenkomst zou claimen op Italië. A heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening om de beslissing van de Staatssecretaris te schorsen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris de aanvraag van A om toelating als vluchteling op 25 juli 2000 niet-ontvankelijk heeft verklaard. A heeft vervolgens beroep ingesteld tegen deze beslissing en de voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel. De president van de rechtbank heeft geoordeeld dat de bestreden beschikking van de Staatssecretaris niet in stand kan blijven, omdat onvoldoende zorgvuldigheid is betracht bij de voorbereiding van de beslissing. De rechtbank heeft daarbij gewezen op de verplichting van de overdragende Staat om te waarborgen dat de vreemdeling niet wordt blootgesteld aan een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De rechtbank heeft het beroep van A gegrond verklaard, de bestreden beschikking vernietigd en de Staatssecretaris opgedragen om een nieuwe beschikking te nemen op de aanvraag van A. Tevens is de vrijheidsontnemende maatregel opgeheven, omdat de grond voor voortzetting van deze maatregel niet meer aanwezig was. De rechtbank heeft de Staatssecretaris ook veroordeeld in de proceskosten van A. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.