ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7274
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.W.H.B. Sentrop
- R. Faasse
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek om toelating als vluchteling en voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de president van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 12 juli 2000 een mondelinge uitspraak gedaan over de aanvraag van verzoekster A om toelating als vluchteling. Verzoekster, geboren in China in maart 1984, heeft verklaard dat zij na het overlijden van haar ouders door haar grootvader is grootgebracht. In 1998 werd zij verkracht door een aantal mannen, wat leidde tot een abortus. Verzoekster vreest bij terugkeer naar China opnieuw door haar verkrachters te worden belaagd. De president oordeelt echter dat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij gegronde redenen heeft om te vrezen voor vervolging in vluchtelingrechtelijke zin. Ze heeft geen reis- of identiteitspapieren overgelegd, wat essentieel is voor de beoordeling van haar aanvraag. Bovendien heeft zij haar relaas niet onderbouwd, en zelfs als haar verhaal waar zou zijn, is het niet voldoende om een geslaagd beroep op vluchtelingschap te rechtvaardigen.
De president heeft ook overwogen dat verzoekster, die beweert minderjarig te zijn, onderworpen is aan een leeftijdsonderzoek. Dit onderzoek heeft aangetoond dat zij ten minste 21 jaar oud is, met een fictieve geboortedatum van januari 1979. Verzoeksters gemachtigde heeft betoogd dat het onderzoek niet volgens het geldende protocol is uitgevoerd, maar de president concludeert dat de zorgvuldigheid van het onderzoek voldoende is gewaarborgd. De president heeft vastgesteld dat de beoordeling door twee radiologen heeft plaatsgevonden en dat er geen reden is om aan te nemen dat verzoekster minderjarig is.
Op basis van deze overwegingen heeft de president het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open. De uitspraak is verzonden op 27 juli 2000.