ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7195
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.A. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot buiten behandeling stellen aanvraag vergunning tot verblijf van vreemdeling uit Kosovo
In deze zaak gaat het om de aanvraag van eiser, een vreemdeling uit Kosovo, voor een vergunning tot verblijf in Nederland. Eiser, geboren in 1987, verblijft sinds 14 maart 1999 in Nederland en heeft op 26 april 1999 een aanvraag ingediend bij de korpschef van de regiopolitie Utrecht. Deze aanvraag werd op 31 mei 1999 buiten behandeling gesteld, wat eiser niet accepteerde en hiertegen bezwaar maakte. Het bezwaar werd op 4 augustus 1999 ongegrond verklaard, waarna eiser op 31 augustus 1999 beroep instelde bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak versneld behandeld en op 14 juni 2000 vond de zitting plaats. Eiser was aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de verweerder vertegenwoordigd werd door een gemachtigde van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Eiser voerde aan dat hij getraumatiseerd was door de oorlog in Kosovo en dat zijn aanvraag ten onrechte buiten behandeling was gesteld. Hij stelde dat hij behoort tot de etnische Albanezen en dat zijn situatie in Kosovo hem belet om terug te keren.
De rechtbank oordeelde dat de gevolgen van het besluit om de aanvraag buiten behandeling te stellen disproportioneel waren, gezien de bijzondere omstandigheden van eiser, waaronder zijn leeftijd en de situatie in Kosovo. De rechtbank concludeerde dat verweerder niet kon volharden in zijn standpunt en dat het bestreden besluit vernietigd moest worden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van verweerder en droeg hem op de aanvraag alsnog inhoudelijk te beoordelen. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op f 1.420,- werden begroot.