ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7192
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Broekhuijsen-Molenaar
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een vergunning tot verblijf aan een staatloze Palestijn uit Libanon
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 29 mei 2000 uitspraak gedaan in een beroep van eiser, een staatloze Palestijn uit Libanon, tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een vergunning tot verblijf. Eiser, die sinds 14 juni 1994 in Nederland verblijft, had eerder een aanvraag ingediend op basis van klemmende redenen van humanitaire aard. De aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie afgewezen, waarna eiser bezwaar had gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag niet zorgvuldig was, omdat verweerder onvoldoende had onderzocht of er reële mogelijkheden waren voor eiser om terug te keren naar Libanon. De rechtbank heeft daarbij gewezen op de brief van de Libanese ambassade, waarin werd aangegeven dat de aanvraag van eiser voor een laissez-passer was geweigerd. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet had aangetoond dat de Libanese autoriteiten daadwerkelijk bereid waren om een laissez-passer af te geven aan staatloze Palestijnen, en dat eiser voldoende had aangetoond dat hij al het mogelijke had gedaan om Nederland te verlaten. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank ook de proceskosten heeft toegewezen aan eiser.