ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6871
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Greeuw
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van de inbewaringstelling van een Albanese vreemdeling na strafrechtelijke aanhouding
In deze zaak gaat het om de onrechtmatigheid van de inbewaringstelling van een Albanese vreemdeling, geboren in 1973, die op 10 mei 2000 werd aangehouden op verdenking van het plegen van een strafbaar feit. Na zijn aanhouding werd hij overgedragen aan de vreemdelingendienst en op dezelfde dag in bewaring gesteld. De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen de maatregel van bewaring, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 15 juni 2000 heeft de vreemdeling, bijgestaan door zijn advocaat, aangevoerd dat zijn staandehouding en inbewaringstelling onrechtmatig waren. Hij stelde dat de machtiging tot binnentreden, die op 10 mei 2000 was afgegeven, niet correct was, omdat deze niet was ondertekend en niet duidelijk was aan wie deze was afgegeven. Daarnaast werd betoogd dat hij niet onverwijld was voorgeleid aan een (hulp)officier van justitie, zoals vereist door de wet.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de machtiging tot binnentreden niet voldeed aan de wettelijke vereisten, omdat deze niet was ondertekend en niet de naam en hoedanigheid van de functionaris bevatte die de machtiging had afgegeven. De rechtbank oordeelde dat de onbevoegde binnentreding niet automatisch leidde tot de onrechtmatigheid van de staandehouding van de vreemdeling, omdat het te beschermen belang het huisrecht van de bewoner was en niet dat van de vreemdeling. De rechtbank concludeerde dat de vreemdeling weliswaar niet correct was behandeld, maar dat dit niet leidde tot de onrechtmatigheid van zijn inbewaringstelling.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van de vreemdeling ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. H.C. Greeuw op 29 juni 2000, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, voor zover het betreft de beslissing inzake schadevergoeding.