ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6795
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.R.A. Verwoerd
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Bosnische vluchtelingen met discriminatieklachten
In deze zaak gaat het om de asielaanvraag van A, geboren in 1961, en haar zoon C, geboren op 4 augustus 1982, van Bosnische nationaliteit. De eisers hebben een beroep ingesteld tegen de besluiten van de Staatssecretaris van Justitie van 15 oktober 1998, waarbij hun aanvraag om als vluchteling in Nederland te worden toegelaten, niet is ingewilligd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 7 september 1999, waarbij eisers niet aanwezig waren, maar hun gemachtigde wel het standpunt van eisers heeft toegelicht. De eisers hebben hun asielrelaas gebaseerd op discriminatie en bedreigingen die zij in hun woonplaats Derventa, Bosnië-Herzegovina, hebben ervaren. Eiseres heeft verklaard dat zij en haar gezin systematisch zijn gediscrimineerd door de lokale bevolking en de autoriteiten vanwege hun gemengde afkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij als vluchtelingen dienen te worden aangemerkt, gezien de ernstige discriminatie en bedreigingen die zij hebben ondervonden. De rechtbank oordeelt dat de bestreden besluiten van de Staatssecretaris niet deugen, omdat zij onvoldoende zijn gemotiveerd. De rechtbank vernietigt de besluiten en draagt de Staatssecretaris op om binnen veertien weken een nieuw besluit te nemen. Tevens wordt de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eisers.