ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6757
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot bewaring en verzoek om schadevergoeding
In deze zaak heeft eiseres, een vrouw van Sierraleoonse nationaliteit zonder vaste woon- of verblijfplaats, beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie tot haar bewaring. Het beroep is ingediend door haar advocaat, mr. H.P. Vos, op 25 januari 2000. Eiseres verzocht niet alleen om opheffing van de bewaring, maar ook om toekenning van een schadevergoeding. De behandeling vond plaats op 22 februari 2000, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door mr. S.J. van der Woude en de verweerder door mr. H.C. Kievit van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Eiseres voerde aan dat uit de Vreemdelingenwet niet blijkt dat een schadevergoeding altijd volgt uit een gegrondverklaring van het beroep. Ze stelde dat de eerdere intrekking van het beroep door haar vorige gemachtigde niet betekent dat het verzoek om schadevergoeding niet-ontvankelijk is. De rechtbank had eerder in een soortgelijke zaak geoordeeld dat een vreemdeling na intrekking van een beroep alsnog om schadevergoeding kan verzoeken. Eiseres betoogde verder dat haar staandehouding onrechtmatig was, omdat er onvoldoende aanwijzingen waren voor illegaal verblijf.
Verweerder daarentegen stelde dat het verzoek om schadevergoeding niet-ontvankelijk was, omdat het eerdere beroepschrift was ingetrokken. Verweerder verwees naar eerdere uitspraken die bevestigden dat intrekking van een beroep betekent dat er geen rechtsmiddel meer kan worden aangewend. De rechtbank oordeelde dat met de intrekking van het beroep, de rechtmatigheid van de bewaring niet langer werd betwist. De rechtbank verklaarde het verzoek om schadevergoeding ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten waren die behandeling van het verzoek rechtvaardigden. De rechtbank wees het verzoek om schadevergoeding af en verklaarde het beroep ongegrond. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.