ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6698
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Jemenitische eiser op grond van kennelijke ongegrondheid
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 21 maart 2000 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Jemenitische eiser, die een aanvraag had ingediend voor toelating als vluchteling en een vergunning tot verblijf. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. K.J. Meijer, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie, waarin zijn aanvraag op 24 maart 1998 was afgewezen wegens kennelijke ongegrondheid. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 17 februari 2000, waarbij de eiser niet zelf aanwezig was, maar wel vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. H.A. Groen, heeft het standpunt ingenomen dat de aanvraag van de eiser ongegrond was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser gegronde redenen heeft aangevoerd voor zijn vrees voor vervolging in Jemen, met name vanwege zijn politieke activiteiten en zijn bekering tot het Christendom. Echter, de rechtbank oordeelde dat de geloofwaardigheid van de verklaringen van de eiser in twijfel kan worden getrokken. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij persoonlijk risico loopt op vervolging bij terugkeer naar Jemen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de algehele situatie in Jemen niet zodanig is dat vreemdelingen uit dat land zonder meer als vluchteling kunnen worden aangemerkt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie in rechte stand kan houden. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de eerdere beslissing konden onderbouwen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen schending van de hoorplicht was, aangezien het bezwaar kennelijk ongegrond was. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, en de rechtbank heeft geen proceskosten toegewezen aan een van de partijen.