ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6588
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- A.H. van Delden
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake de bekendmaking van de Minister van LNV over het houden van nertsen voor bontproductie
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage, hebben eisers, waaronder de Nederlandse Vereniging van Fokkers van Edelpelsdieren (N.F.E.) en verschillende nertsenhouders, een kort geding aangespannen tegen de Staat der Nederlanden. De eisers betogen dat de bekendmaking van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) van 14 april 2000, waarin een voornemen tot beëindiging van het bedrijfsmatig houden van nertsen voor de bontproductie werd aangekondigd, onrechtmatig is. Zij stellen dat deze bekendmaking in strijd is met het legaliteitsbeginsel, het beginsel van rechtszekerheid, en het motiveringsbeginsel. De eisers hebben aanzienlijke investeringen gedaan in hun nertsenhouderijen en vrezen dat de aangekondigde maatregelen hen onevenredig zullen schaden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bekendmaking geen algemeen verbindend voorschrift is, maar feitelijke mededelingen bevat over de intenties van de regering. De rechtbank oordeelt dat de bekendmaking niet zonder wettelijke grondslag had mogen plaatsvinden, maar dat de aangekondigde wetgeving en overgangsmaatregelen in de toekomst een wettelijke basis zullen bieden. De rechtbank concludeert dat de vordering van de eisers moet worden afgewezen, omdat er geen sprake is van onrechtmatig handelen door de gedaagde. De eisers worden veroordeeld in de kosten van het geding.
De uitspraak benadrukt de complexiteit van de juridische en maatschappelijke discussie rondom het houden van nertsen voor bontproductie en de veranderende opvattingen hierover in de samenleving. De rechtbank erkent de zorgen van de eisers, maar stelt vast dat de bekendmaking niet onrechtmatig is en dat de overheid de ruimte heeft om toekomstige wetgeving voor te bereiden.