ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6426
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toelating als vluchteling en vergunning tot verblijf voor Afghaanse Sikh
In deze zaak gaat het om de aanvraag van eiser, een Afghaanse Sikh, om toelating als vluchteling en om verlening van een vergunning tot verblijf in Nederland. Eiser verblijft sinds 23 maart 1997 in Nederland en heeft eerder aanvragen ingediend die door de Staatssecretaris van Justitie zijn afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep van eiser tegen de ongegrondverklaring van zijn bezwaarschrift. Eiser stelt dat hij in Afghanistan vervolgd wordt vanwege zijn geloof en etnische achtergrond, en dat hij problemen heeft ondervonden van de Taliban. De rechtbank onderzoekt of de ongegrondverklaring van het bezwaarschrift in rechte stand kan houden en of er voldoende gronden zijn voor de aanvraag van eiser.
De rechtbank oordeelt dat de door eiser aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldoende zijn om aan te nemen dat hij bij terugkeer naar Afghanistan een reëel risico loopt op vervolging. De rechtbank stelt vast dat de Sikhs in Afghanistan, hoewel zij soms problemen ondervinden, over het algemeen niet als vreemdelingen worden beschouwd door de Taliban en dat zij hun geloof mogen belijden. De rechtbank concludeert dat de situatie van eiser niet zodanig is dat hij in aanmerking komt voor vluchtelingenstatus. Bovendien oordeelt de rechtbank dat verweerder ten onrechte heeft afgezien van het horen van eiser in bezwaar, maar dat dit geen invloed heeft op de beoordeling van de aanvragen. De rechtbank vernietigt de bestreden beschikking, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van eiser.