ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6367
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.B.E.M. Rikaart-Gerard
- J.E. van den Steenhoven-Drion
- W.H. van Benthem
- Rechtspraak.nl
Weigering van een vergunning tot verblijf voor een Somalische vluchteling
In deze zaak gaat het om de weigering van de Staatssecretaris van Justitie om aan eiseres, een Somalische vrouw, een vergunning tot verblijf te verlenen. Eiseres heeft op 17 oktober 1997 aanvragen ingediend voor toelating als vluchteling en voor een vergunning tot verblijf, welke aanvragen op 9 maart 1998 zijn afgewezen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en later beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft de openbare behandeling van het beroep op 21 februari 2000 gehouden, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen, waaronder de achtergrond van eiseres, haar vluchtverhaal en de situatie in Somalië.
De rechtbank oordeelt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij vanwege haar etnische afkomst of op enige andere grond in de bijzondere negatieve belangstelling staat van een militie in Somalië. De rechtbank stelt vast dat de aanvallen op haar woning niet specifiek gericht waren op haar en dat de algehele situatie in Somalië niet voldoende is om een geslaagd beroep op vluchtelingschap te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de bestreden beschikking van de Staatssecretaris onvoldoende gemotiveerd is en vernietigt deze in zoverre. De rechtbank beveelt de Staatssecretaris om opnieuw op het bezwaar van eiseres te beslissen, met inachtneming van de uitspraak.
De rechtbank wijst ook op de kosten die eiseres heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en veroordeelt de Staat der Nederlanden om deze kosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 6 april 2000.