ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6355
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. van Uchelen
- T.M.L. Veen
- Rechtspraak.nl
Weigering verlenging verblijfsvergunning op basis van algemeen belang en gezinsleven
In deze zaak heeft eiser, een Turkse nationaliteit, beroep ingesteld tegen de weigering van de Staatssecretaris van Justitie om zijn verblijfsvergunning te verlengen. Eiser had op 29 januari 1998 verzocht om verlenging van zijn verblijfsvergunning, die was verleend onder de beperking 'het verrichten van arbeid'. De aanvraag werd op 17 juli 1998 door verweerder afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank, waarbij hij werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. G.G.A. Adang. De openbare behandeling vond plaats op 13 april 2000.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de weigering van de verblijfsvergunning op gronden van algemeen belang was, zoals vastgelegd in de Vreemdelingenwet. Verweerder hanteert een beleid waarbij vreemdelingen alleen in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning als er sprake is van een wezenlijk Nederlands belang of klemmende redenen van humanitaire aard. Eiser stelde dat hij op de peildatum beschikte over werk voor tenminste nog één jaar, maar de rechtbank oordeelde dat hij dit niet voldoende had onderbouwd. De overgelegde arbeidsovereenkomsten en loonstroken gaven geen overtuigend bewijs van een langdurige arbeidsovereenkomst.
Daarnaast heeft eiser een beroep gedaan op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), met betrekking tot zijn gezinsleven. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende had gemotiveerd waarom er pas vanaf de geboorte van eisers dochter sprake was van 'bestaand gezinsleven'. De rechtbank concludeerde dat de weigering van de verlenging van de verblijfsvergunning mogelijk een inmenging in het recht op gezinsleven met zich meebracht. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beschikking van 6 oktober 1999 en droeg verweerder op om opnieuw op het bezwaar te beslissen, met inachtneming van de uitspraak.