ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6272
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.H. van Benthem
- J.E. van den Steenhoven-Drion
- E.B.E.M. Rikaart-Gerard
- Rechtspraak.nl
Toelating als vluchteling en vergunning tot verblijf voor Somalische vreemdeling
In deze zaak gaat het om de aanvraag van eiser, een Somalische vreemdeling, om toelating als vluchteling en om verlening van een vergunning tot verblijf. Eiser heeft eerder aanvragen ingediend die zijn afgewezen, en de huidige aanvraag is niet-ontvankelijk verklaard door de Staatssecretaris van Justitie. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail onderzocht, waarbij is vastgesteld dat eiser op 27 januari 1998 een aanvraag indiende die niet werd ingewilligd. Eiser heeft bezwaar gemaakt en een verzoek tot voorlopige voorziening ingediend, maar is niet verschenen tijdens de openbare behandeling van het beroep. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser behoort tot de clanfamilie van de Hawiye en dat de situatie in Somalië onveilig is, maar dat verweerder de aanvraag heeft afgewezen op basis van eerdere afwijzingen en het ontbreken van nieuwe feiten. De rechtbank oordeelt dat de bestreden beschikking van verweerder onvoldoende gemotiveerd is en in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beschikking van 15 mei 1998 en bepaalt dat verweerder opnieuw op het bezwaar moet beslissen. Tevens wordt de Staat der Nederlanden veroordeeld in de proceskosten van eiser.