ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6045
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M.A.A. Mondt-Schouten
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Dublin-overeenkomst
In deze zaak heeft de president van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 20 maart 2000 een mondelinge uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, A, had een aanvraag ingediend voor toelating tot Nederland als vluchteling, die door de Staatssecretaris van Justitie was afgewezen op grond van niet-ontvankelijkheid. De reden hiervoor was dat Portugal, als land waar verzoekster eerder was binnengekomen, verantwoordelijk was voor de behandeling van haar asielaanvraag op basis van de Overeenkomst van Dublin. De president heeft vastgesteld dat de beslissing van de Staatssecretaris niet in rechte stand kan houden, omdat de termijn voor de behandeling van de aanvraag door de Portugese autoriteiten was overschreden. De president oordeelde dat de Staatssecretaris niet voldoende redenen had aangevoerd om de behandeling van de aanvraag niet aan zich te trekken, ondanks de termijnoverschrijding. De president heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, het bezwaar gegrond verklaard en de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoekster. Tevens is bepaald dat de Staatssecretaris het door verzoekster betaalde griffierecht dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan in het kader van bestuursrecht en vreemdelingenrecht, waarbij de president de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen en de geldende termijnen in de procedure heeft gewogen.