ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6041
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- G.P. Kleijn
- M.J. van den Broek-Prins
- Rechtspraak.nl
Toelating als vluchteling en voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de president van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 12 april 2000 uitspraak gedaan in een verzoek om toelating als vluchteling van A, een Guinese nationaliteit, die in Nederland een asielaanvraag had ingediend. Verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. P.L.M. Stieger, stelde dat het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie niet in stand kon blijven. Hij voerde aan dat er een andere versie van het rapport nader gehoor was overgelegd dan die in het procesdossier, wat zijn belangen zou hebben geschaad. Daarnaast stelde hij dat hij in het Frans was gehoord, terwijl hij deze taal onvoldoende beheerst, wat zou hebben geleid tot fouten in de beoordeling van zijn politieke achtergrond.
De president overwoog dat de verklaringen van verzoeker niet voldoende waren om te concluderen dat hij als vluchteling in Nederland moest worden toegelaten. Hij vond het opmerkelijk dat verzoeker, die beweerde een belangrijk opposant te zijn van de Guinese autoriteiten, niet op de hoogte was van de structuur van zijn politieke partij, de RPG. Ook was het vreemd dat hij zonder enige documentatie de gevangenis had kunnen verlaten. De president concludeerde dat verzoekers activiteiten voor de RPG te marginaal waren om aan te nemen dat hij door de autoriteiten als een belangrijke tegenstander werd beschouwd.
Verder werd het psychologisch rapport van drs. C.W. Anneese, dat stelde dat verzoeker leed aan een posttraumatische stressstoornis, niet overtuigend geacht. De president oordeelde dat verzoeker niet had aangetoond dat hij in zijn belangen was geschaad door de procedurele gang van zaken, en dat de termijnoverschrijding niet volledig aan de verweerder kon worden toegerekend. Uiteindelijk verklaarde de president het bezwaar van verzoeker ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. Tegen deze uitspraak stond geen gewoon rechtsmiddel open.