ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6038
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M.J. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag van etnisch Armeense verzoeker uit Georgië
In deze zaak heeft de president van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 12 april 2000 een mondelinge uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot de asielaanvraag van een etnisch Armeense verzoeker uit Georgië. De verzoeker, die in Nederland asiel heeft aangevraagd, heeft een dramatisch verleden meegemaakt, waaronder de moord op zijn vrouw en dochter en ernstige bedreigingen door criminelen in zijn thuisland. De verzoeker heeft zijn aanvraag om toelating als vluchteling ingediend, maar deze is door de Staatssecretaris van Justitie als kennelijk ongegrond verklaard. De president heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de aanvraag niet geschikt was voor afhandeling in de AC-procedure, omdat er nader onderzoek nodig is naar de psychische toestand van de verzoeker, die lijdt aan een posttraumatische stressstoornis en een zware depressieve episode. De president heeft verweerder gelast om de verzoeker niet uit Nederland te verwijderen totdat op het bezwaar is beslist en heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de psychische gevolgen van de ervaringen van de verzoeker en de noodzaak om deze in de asielprocedure mee te wegen.