ECLI:NL:RBSGR:2000:AA5947
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- A.C.J. van Dooijeweert
- C.W. Rang
- A.H. Schotman
- Rechtspraak.nl
Toelating en vergunning tot verblijf van Somalische vreemdelingen in Nederland
In deze zaak gaat het om de aanvragen van A en haar stiefzoon B, beiden Somalische vreemdelingen, die sinds 2 december 1995 in Nederland verblijven. Zij hebben in 1995 aanvragen ingediend voor toelating als vluchteling en voor een vergunning tot verblijf om humanitaire redenen. De aanvragen zijn in maart 1996 afgewezen wegens kennelijke ongegrondheid. Na bezwaar en beroep, waarbij de rechtbank in 1998 het beroep gedeeltelijk gegrond verklaarde, zijn de aanvragen opnieuw afgewezen in december 1998. De eisers hebben vervolgens beroep ingesteld tegen deze besluiten, waarbij zij onder andere aanvoeren dat zij in aanmerking komen voor een vergunning tot verblijf op basis van het driejarenbeleid, omdat er meer dan drie jaar is verstreken sinds hun aanvraag. De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de bestreden besluiten van de verweerder onvoldoende gemotiveerd zijn. De rechtbank oordeelt dat de eisers recht hebben op een vergunning tot verblijf op grond van het driejarenbeleid, omdat de relevante tijdsverloopcriteria zijn voldaan. De rechtbank vernietigt de besluiten van de verweerder en verplicht deze om nieuwe besluiten te nemen in overeenstemming met de uitspraak. Tevens worden de proceskosten van de eisers vergoed.