ECLI:NL:RBSGR:2000:AA5943
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- S.J. Bosma
- Rechtspraak.nl
Schorsing van uitzettingsbeslissing van vreemdeling met Marokkaanse nationaliteit
In deze zaak verzocht de vreemdeling, geboren in 1976 en met de Marokkaanse nationaliteit, de rechtbank om schorsing van de uitzettingsbeslissing van de Staatssecretaris van Justitie. De vreemdeling verblijft sinds zijn 13e jaar in Nederland en had op 1 juni 1999 een aanvraag ingediend voor verlenging van zijn verblijfsvergunning. Deze aanvraag werd echter op 24 juni 1999 buiten behandeling gesteld. De vreemdeling maakte bezwaar tegen deze beslissing en verzocht de rechtbank om een voorlopige voorziening, zodat hij niet uit Nederland verwijderd zou worden totdat op zijn bezwaar was beslist. De rechtbank oordeelde dat de vreemdeling onvoldoende was geïnformeerd over de noodzaak om zijn verblijfsvergunning tijdig te verlengen en dat hij niet op de hoogte was gesteld van de mogelijkheid om een aanvraag tot wedertoelating in te dienen. De president van de rechtbank concludeerde dat er een redelijke kans was dat het bezwaar van de vreemdeling zou slagen, en dat de uitzettingsbeslissing geschorst diende te worden. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris in de kosten van de procedure moest worden veroordeeld, en dat het betaalde griffierecht door de Staat der Nederlanden vergoed diende te worden. De uitspraak werd gedaan op 14 februari 2000.