ECLI:NL:RBSGR:2000:AA5940
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Radder
- W.J. van Bennekom
- H.P.M. Meskers
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een machtiging tot voorlopig verblijf voor een Taiwanese vreemdeling op basis van partnerbeleid
In deze zaak gaat het om de aanvraag van eiser, een Taiwanese vreemdeling, voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in Nederland, ten behoeve van zijn Nederlandse partner, referent. De aanvraag werd op 8 september 1998 ingediend, maar op 29 januari 1999 werd deze door de verweerder afgewezen. Eiser heeft hiertegen bezwaar aangetekend, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank op 6 mei 1999, waarin hij verzocht om vernietiging van het afwijzende besluit en om afgifte van de mvv.
De rechtbank heeft op 3 december 1999 de zaak behandeld, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door zijn advocaat. De verweerder, vertegenwoordigd door een ambtenaar van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, concludeerde tot ongegrondverklaring van het beroep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder onvoldoende gemotiveerd heeft dat referent niet duurzaam beschikte over voldoende middelen van bestaan, wat een vereiste is voor de afgifte van een mvv op basis van het partnerbeleid. De rechtbank oordeelt dat de omstandigheden van referent, waaronder zijn recht op een loongerelateerde WW-uitkering, niet voldoende zijn meegewogen door de verweerder.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn begroot op f 1.420,-. De uitspraak is gedaan op 14 januari 2000 door een meervoudige kamer van de rechtbank 's-Gravenhage.