2.2 In het nader gehoor heeft eiser onder meer het volgende verklaard:
Eiser behoort tot de Joodse bevolkingsgroep in Azerbajdzjan. De problemen zijn begonnen toen in 1988 in Azerbajdzjan de oorlog uitbrak.
Op 12 april 1989 hebben politieagenten de spaarboekjes alsmede de documenten van het appartement van eiser en zijn gezin gevorderd.
Omstreeks 17 april 1989 heeft eiser vergeefs getracht de documenten weer in zijn bezit te krijgen. In die tijd zijn ook problemen met de buren ontstaan. Deze hebben tegenover de politie geklaagd over het feit dat eiser als Jood een
huis en bezittingen had.
Begin januari 1991 heeft de commissaris van politie eiser aangespoord te vertrekken uit Azerbajdzjan tegen overdracht van het appartement, onder de dreiging dat eiser anders zou moeten gaan vechten in de oorlog met Armenië. Op 25
januari 1991 is eiser samen met 37 andere mannen naar het grensgebied met Armenië gebracht; hij diende met zijn militaire eenheid de dorpen in het grensgebied te verdedigen. Omdat zijn eenheid de bewoners van een dorp onder valse
voorwendselen hun woningen liet verlaten, waarna deze woningen door die militaire eenheid zijn leeggeroofd en sommige werden afgebrand, zocht eiser mogelijkheden om te vluchten. Toen tussen 15 en 20 maart 1991 een vrouw door
militairen van eisers eenheid, voor de ogen van eiser, verkracht werd, is eiser die dag gedeserteerd. Eiser is teruggekeerd naar zijn woonplaats Baku en is ondergedoken in een fabriek waar veel vluchtelingen woonden. Regelmatig
bezocht eiser zijn gezin. Tijdens één van deze bezoeken aan zijn huis is eiser gearresteerd. Hij vermoedt dat de buren de politie hebben ingelicht. Eiser is tijdens de verhoren mishandeld. Eiser heeft van mei 1991 tot november 1996
in de gevangenis doorgebracht en aldaar dwangarbeid verricht. Bij zijn vrijlating werd eiser verzocht Azerbajdzjan binnen een maand te verlaten. Vier of vijf dagen na zijn vrijlating informeerde de commissaris bij eiser waarom hij
nog niet
vertrokken was. Eiser moest zich om de tien dagen bij de politie melden.
Op 10 december 1996 werd eiser door de buren ervan beschuldigd hun zoon ontvoerd en opgegeten te hebben. Op 15 december 1996 informeerden drie mannen bij het huis van eiser naar de buurjongen. Eiser zelf was niet thuis. De mannen
bedreigden zijn echtgenote. Zij werd te hulp geschoten door hun zoon, die een groot mes had gepakt. Dit mes werd hem afgepakt en hij werd ermee gestoken. Op het hulpgeroep van de echtgenote werd niet gereageerd. Ook de politie hielp
haar niet omdat eiser zeven mensen zou hebben vermoord. In het ziekenhuis aangekomen bleek dat hulp te laat kwam, de zoon is overleden. Niemand wilde eiser en zijn echtgenote helpen hun zoon te begraven. Omdat de Joodse
begraafplaats was vernield, hebben zij hem op de Azerbajdzjaanse begraafplaats begraven. De volgende dag bleek dat het graf geopend was en het lichaam van eisers zoon was verbrand. Eiser heeft zijn zoon die dag ergens buiten de
begraafplaats begraven. Op 17 december 1996 hebben eiser en zijn gezin hun appartement verlaten en een schuilplaats in een fabriek gevonden.
Op 25 december 1996 heeft eiser aan de politie het gebeurde op de begraafplaats verteld. Eiser werd gearresteerd onder beschuldiging van de ontvoering van de buurjongen en vernieling van de begraafplaats. De commissaris der politie
heeft eiser aangespoord Baku per boot te verlaten. Eiser heeft daartoe de documenten van zijn appartement ondertekend en een geldbedrag ontvangen.
Op 10 januari 1997 is de echtgenote van eiser in de fabriek waar zij verbleven, bezocht door een drietal mannen die zich voordeden als medewerkers van vluchtelingenwerk. Zij waren op zoek naar eiser. Twee van hen vertrokken naar het
-valse- adres dat zijn echtgenote hen had opgegeven. Later trof eiser zijn echtgenote mishandeld en bebloed bij de fabriek aan. Eiser heeft zijn echtgenote opgepakt en is de fabriek uitgevlucht. In de nacht van 10 op 11 januari 1997
hebben eiser en zijn gezin Azerbajdzjan verlaten. Op 14 januari 1997 zijn eiser en zijn gezin in de Oekraïne aangekomen. Zijn echtgenote heeft aldaar een maand in een ziekenhuis gelegen.