ECLI:NL:RBSGR:2000:AA5711
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M.J. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot identiteit en nationaliteit
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 11 april 2000, gaat het om een verzoek om voorlopige voorziening van A, die verzocht om toelating als vluchteling. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.C. Gillesse, had een aanvraag ingediend die door de Staatssecretaris van Justitie als kennelijk ongegrond was verklaard. De president van de rechtbank, M.J. van den Bergh, heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de verzoekster niet geheel documentloos is, aangezien zij een geboorteakte heeft overgelegd. Hoewel de Koninklijke Marechaussee twijfels had over de authenticiteit van dit document, werd niet vastgesteld dat het vals was. De president oordeelde dat het niet onaannemelijk is dat de verzoekster en haar vier minderjarige kinderen de Angolese nationaliteit bezitten, en dat zij het voordeel van de twijfel moet krijgen. De president heeft de Staatssecretaris van Justitie veroordeeld in de proceskosten van de verzoekster, vastgesteld op f. 1.420,-, en gelast dat de verzoekster niet uit Nederland mag worden verwijderd totdat op het bezwaar is beslist. Tevens werd bepaald dat de Staatssecretaris het betaalde griffierecht van f. 50,-- aan de verzoekster moet vergoeden. De uitspraak werd mondeling gedaan en de president heeft de partijen geïnformeerd over de beslissing.