ECLI:NL:RBSGR:2000:AA5647
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening en asielaanvraag van Srilankaanse vreemdeling
In deze zaak gaat het om een verzoek om voorlopige voorziening van een Srilankaanse vreemdeling, geboren in 1979, die verblijft in het Grenshospitium te Amsterdam. De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen de beschikking van de Staatssecretaris van Justitie van 9 maart 2000, waarin zijn aanvraag om toelating als vluchteling werd afgewezen. De rechtbank behandelt het verzoek om schorsing van de uitzetting totdat op het beroep is beslist. Daarnaast is er een beroep tegen de vrijheidsontnemende maatregel die aan de vreemdeling is opgelegd. De rechtbank overweegt dat de AC-procedure, die een snelle afhandeling van asielverzoeken beoogt, in dit geval niet van toepassing is, gezien de complexiteit van de situatie in Colombo, Sri Lanka. De gemachtigde van de vreemdeling heeft aangevoerd dat de situatie voor Tamils in Colombo is verslechterd en dat er aanwijzingen zijn voor recente verdwijningen. De rechtbank neemt deze argumenten serieus en concludeert dat de vreemdeling niet zonder meer kan worden uitgezet naar Sri Lanka. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beschikking. De vrijheidsontnemende maatregel wordt opgeheven en de vreemdeling ontvangt een schadevergoeding van f 1.650,--. De rechtbank draagt de Staatssecretaris op om een nieuwe beschikking te nemen op de aanvraag van de vreemdeling.