ECLI:NL:RBSGR:2000:AA4935
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen inbewaringstelling van vreemdeling en de bevoegdheid tot inzage van identificatiedocumenten
In deze zaak gaat het om de vreemdeling A, geboren in 1964 en van Togolese nationaliteit, die op 14 december 1999 in bewaring is gesteld op grond van de Vreemdelingenwet. De vreemdeling heeft op 10 januari 2000 een kennisgeving ontvangen dat hij al vier weken in bewaring verblijft zonder beroep te hebben ingesteld. De behandeling van het beroep vond plaats op 20 januari 2000, waarbij de vreemdeling werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. P.J. Schüller. De verweerder, vertegenwoordigd door A.E.J.I. Kuhlmann, concludeerde in het verweerschrift van 8 februari 2000 tot ongegrondverklaring van het beroep en afwijzing van het verzoek om schadevergoeding.
De rechtbank heeft op 15 februari 2000 de zaak verder behandeld, waarbij de vreemdeling werd vertegenwoordigd door mr. B.J.P.M. Ficq. De rechtbank heeft de zaak ter verdere behandeling verwezen naar de Rechtseenheidskamer. De kern van het geschil betreft de vraag of toezichthouders bevoegd zijn om inzage te verlangen van documenten ter vaststelling van de identiteit van de vreemdeling, in het bijzonder in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) en de Wet op de identificatieplicht (Wid).
De rechtbank overweegt dat met de inwerkingtreding van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op 1 januari 1998, de artikelen 15 en 16 van de Wav zijn vervallen. Dit roept de vraag op of er nog een wettelijke grondslag is voor de identificatieplicht bij controles op de werkplek. De rechtbank concludeert dat de wetgever met de wijziging van de Awb niet heeft beoogd om de bevoegdheid van toezichthouders te wijzigen, en dat de identificatieplicht in het kader van de Wav kan worden aangenomen. De rechtbank wijst het beroep van de vreemdeling af, oordeelt dat de beslissing tot inbewaringstelling op een juiste grondslag berust en dat er geen zicht is op onrechtmatigheid van de maatregel. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen.