ECLI:NL:RBSGR:1999:AA5700
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- E.L. Grosheide
- J.P. Foppe
- Rechtspraak.nl
Weigering intrekking ongewenstverklaring en aanvraag vergunning tot verblijf van Iraanse vreemdeling
In deze zaak gaat het om de weigering van de Staatssecretaris van Justitie om de ongewenstverklaring van eiser, een Iraanse vreemdeling, op te heffen en zijn aanvraag voor een vergunning tot verblijf in Nederland niet in te willigen. Eiser, geboren in 1969, heeft een verleden van veroordelingen in Pakistan en stelt dat hij niet kan terugkeren naar Iran vanwege de dreiging van vervolging. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen, waaronder de juridische gronden voor de ongewenstverklaring en de aanvraag voor verblijf. De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris niet voldoende inspanningen heeft geleverd om eiser te verwijderen naar een veilig derde land, en dat de huidige situatie van eiser onaanvaardbaar is. De rechtbank vernietigt de weigering om de ongewenstverklaring op te heffen, maar verklaart het beroep tegen de niet-inwilliging van de aanvraag om een vergunning tot verblijf ongegrond. De uitspraak is gedaan op 18 augustus 1999, waarbij de rechtbank de Staatssecretaris opdraagt om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.