ECLI:NL:RBSGR:1999:AA5636
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Ollermann
- Rechtspraak.nl
Toelating als vluchteling en humanitaire redenen in het bestuursrecht
In deze zaak gaat het om de aanvraag van eiser, A, die in Nederland verblijft en de Srilankaanse nationaliteit heeft. Eiser heeft meerdere keren een aanvraag ingediend voor een vergunning tot verblijf en toelating als vluchteling, maar deze zijn door de Staatssecretaris van Justitie afgewezen. Eiser heeft in beroep gesteld dat hij behoort tot risicogroepen in Sri Lanka en dat hij bij terugkeer ernstig gevaar loopt voor vervolging en mensenrechtenschendingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere afwijzingen niet op de juiste wijze zijn behandeld, omdat verweerder geen inhoudelijk oordeel heeft gegeven over de merites van het tweede asielverzoek. De rechtbank oordeelt dat de niet-ontvankelijk verklaring van de aanvraag niet terecht was en dat verweerder de nieuwe feiten en omstandigheden niet in overweging heeft genomen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en verplicht verweerder om een nieuw besluit te nemen op het bezwaarschrift van eiser. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser.