ECLI:NL:RBSGR:1999:AA5362
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak van Pakistaanse Ahmadi
In deze zaak verzoekt de Pakistaanse A, geboren in 1980 en verblijvende in het Grenshospitium te Amsterdam, om een voorlopige voorziening in het kader van haar asielaanvraag. De aanvraag om toelating als vluchteling is door de Staatssecretaris van Justitie afgewezen op 30 augustus 1999, met als reden dat de aanvraag niet inwilligbaar was vanwege klemmende redenen van humanitaire aard. A stelt dat zij en haar echtgenoot, die tot de Ahmadi-gemeenschap behoren, in Pakistan bedreigd worden vanwege hun geloof. De rechtbank heeft op 15 september 1999 de zaak behandeld, waarbij zowel A als de Staatssecretaris hun standpunten hebben toegelicht. De president van de rechtbank heeft op basis van de ingediende documenten en verklaringen van A geoordeeld dat er voldoende aanleiding is om het beroep gegrond te verklaren. De president heeft vastgesteld dat de situatie van Ahmadi's in Pakistan problematisch is, maar dat A niet voldoende heeft aangetoond dat zij persoonlijk vervolgd wordt. De president heeft de vrijheidsontnemende maatregel opgeheven en de Staatssecretaris opgedragen een nieuwe beschikking te nemen op de aanvraag van A. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld tot schadevergoeding voor de onrechtmatige vrijheidsontneming.